REFERENDUM OVER VERDRAG MET OEKRAïNE: JA OF NEE.

Op 6 april is het referendum over het samenwerkingsverdrag van de Europese Unie met Oekraïne. Als enige land in de EU houdt Nederland hierover een volksraadpleging. Wat zijn de gevolgen van een ja, wat van een afwijzing?

 Het staat vast dat Oekraïne, een land in het oosten Europa, tegen Rusland aan, met ongelooflijk grote problemen kampt. Het worstelt nog altijd met zijn verleden, dat het vele generaties lang deel heeft uitgemaakt van de Sovjet Unie.

Een afscheidingsbeweging in het oosten van het land voert al enkele jaren oorlog tegen de regering. Daarin speelt Rusland een hoogst dubieuze rol door steeds weer het vuur op te stoken. Rusland rekent Oekraïne tot de eigen invloedssfeer en kan niet verkroppen dat het land een eigen weg kiest door economisch aansluiting te zoeken bij de Europese Unie, op zoek naar meer stabiliteit, rust en vrede.

Het derde grote probleem is dat het Oekraïense volk de weg zoekt naar een democratische staatsinrichting. Het wordt daarin dwars gezeten door enorme corruptie in combinatie met een ongebreidelde machtuitoefening van een kleine groep zeer rijke lieden, onbetrouwbare politici en omkoopbare rechters.

De EU wil met Oekraïne een verdrag aangaan dat voor het grootste deel neerkomt op het regelen van gezonde handelsbetrekkingen die voor beide partijen voordelig zijn. Maar Europa biedt ook hulp bij een ordelijke en eerlijke inrichting van de samenleving. Het verdrag houdt uitdrukkelijk niet in dat Oekraïne lid wordt van de EU. Daar is het land in de verste verte niet klaar voor. Maar het verdrag is er wel op gericht om het land te helpen het eigen huis op orde te krijgen en daarmee de weerbaarheid tegen het opdringerige Rusland te vergroten. Dat is, gezien de huidige verhoudingen met dat land, ook in het belang van Europa.